Uit “Voor een dochter” – Bundel “In de maat van de zee”
Lieve Desmet – 2019
Leuven, P, 2019
In de maat van de zee jagen vissers liederen na, wassen handen vol stroop zich in onschuld – ze blijven plakken. Lieve Desmet deint op de golven, dicht van oud zeer en nieuwe horizonten. De zee is brandpunt, einder en bedding. Ze haakt er gedichten aan vast als gefileerde tijd: het zijn zorgvuldig gecomponeerde vignetten die overstromen van leven.
Een waslijn wordt een laatste vesting tegen de storm, brandglas kleurt een leven, stilgevallen als wind. Daar knipogen souffleuses, ze rapen op wat tussen de plooien viel. De spiegel wordt uit de eieren geroerd, dagen als desserten uitgedeeld. Verzinsels wroeten er in te dichte wouden, gebladerte beschermt als uitheemse handen de oren tegen het gejakker van de dag. Baders nestelen zich, de rug gekeerd naar ’t binnenland. Steeds ruist in de ritmische zinnen de zee, raast ze, krijst ze, spoelt onverwijld thuis aan.